vrijdag 25 juli 2014

Excuses

Ik wil graag mijn excuses aanbieden.

Aan mijn vroegere teamgenoten. Nee, niet vanwege een eigen doelpunt of het (wederom) opheffen van buitenspel. Maar omdat ik ze niet begreep.

Ik kon niet begrijpen dat je op zaterdagmiddag lekker een balletje kon trappen, maar niet opgewonden kon raken van een vrije trap van Theo Jansen of verliefd kon worden op de balaanname van Zidane. Want die types, daar speelde ik mee. Terwijl een groepje (waaronder ik) liep te raaskallen over dingen als de samenvatting van het Champions League duel Slavia Praag - Olympiakos Piraeus, welk logo er eigenlijk op het shirt van Ajax hoort ( het oude, vinden wij) en we ons hardop afvroegen of het niet eens tijd werd dat Dirk Kuyt als linksback gepositioneerd werd bij Oranje (Vriend W & ik opperden dit al tijdens het WK van 2010), zaten er ook kerels te kwekken over opgevoerde brommers en spraken over de cilinderinhoud van bepaalde Italiaanse bolides ware het een eerste levensbehoefte.

En eerlijk, ik heb ze uitgelachen, bespot zelfs. Nu kom ik er achter dat er tussen het uit oefenen van een sport en het geobsedeerd volgen van iets een wereld van verschil kan zitten.

Want mensheid, sinds kort doe ik aan darten. Jawel, u leest het goed, darten. 'Maar Nick, daar ben jij toch veulste leuk/hip/knap/sterk voor?'. Ja, dat klopt, maar ik wou graag mijn pijlen eens op een andere sport richten. En, zo bleek, dat was een schot in de roos. Alhoewel ik nog niet echt als een speer ga, ben ik inmiddels de ongekroonde koning van 'dubbeltje 17' en durf wel te stellen dat de zomerstop voor mij een tikkeltje te vroeg kwam.

Eerlijk gezegd zijn mijn speer kunsten gelijk aan, of even beroerd als, het Engels van Mark Rutte. Maar dat geeft niet, de band onderling is geweldig. De oudere garde neemt mij en de andere beginners op sleeptouw en geeft ons waar nodig advies. 'Nick, misschien moet je eens beginnen met de pijlen andersom vast te houden, waar het scherpe puntje zit, dat is de voorkant'. En op deze manier begon ik het al spelenderwijs onder de knie te krijgen.

En hoe leuk ik het ook vind, ergens begon er iets te knagen. Een gevoel dat ik tot op dat moment niet kende overviel mij. Ik ken geen liefde voor het darten. Mij kun je niet wakker maken voor een potje op tv van Barny, de finale van de Premier League Darts roept bij mij evenveel gevoelens op als een Playboy shoot van Patty Brard en de laatste nieuwtjes over de meest geavanceerde dartpijlen hoor ik aan als het complete oeuvre van BLØF.

Pas nu snap ik ze, mijn oude teamgenoten. Want het spelen van darts is leuk, maar praten over voetbal ná het darten het leukst.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten