zondag 7 juni 2015

Sjaak Swart syndroom

Het leven van een amateurvoetballer op een bedenkelijk niveau gaat niet over rozen. Daar waar de grote internationale sterren mogen spelen in stadions die van alle gemakken voorzien zijn, daar mogen wij onze kicksen onderbinden in gehuchten waarbij vergeleken de complete Balkan nog als een paradijselijk oord te beschouwen valt. Het mooie -of droevige- van ons bestaan is dat we over het algemeen allemaal lijden aan het zogenaamde 'Sjaak Swart syndroom'. U moet weten, Sjaak Swart behoorde in zijn periode tot een van de beste voetballers van Europa, vandaag de dag is Sjaak een oud speler van eind zeventig die nog wekelijks tegen een balletje trapt. Tot zover: dikke prima. Echter, er hangt bij Sjaak nog steeds het idee dat hij iets toe zou kunnen voegen aan het eerste elftal van zijn cluppie Ajax. Toegegeven, ik zag het afgelopen seizoen de linksback van Ajax regelmatig dingen doen waarvoor ze je zelfs bij het zesde elftal van Sc Genemuiden meteen zouden wisselen, dus ik vraag me oprecht af of Swart het veel slechter had gedaan dan Boilesen. Maar dit 'Sjaak Swart syndroom' zit in praktisch elk van ons verstopt, iedereen denkt stiekem dat hij het talent is dat niet wordt begrepen door zijn medespelers en dat zijn spel op een hoger niveau echt véél beter uit de verf zou komen.

Ikzelf ben ook zo'n type. Een negenentwintig jarige linksback van Sc Genemuiden 6 die de ballen het liefst op Engelse wijze over de boarding jaagt en met slechts een schamel behaald schoolvoetbal kampioenschap halverwege de jaren '90 als persoonlijk hoogtepunt, dan weet u wel: dat hadden de scouts in de regio destijds goed gezien, aan mijn persoontje is geen potentieel Champions League winnaar verloren gegaan. Maar toch blijf ik vast houden aan Barry van Galen. Barry maakte zijn debuut voor Oranje toen hij 34 jaar en 227 dagen oud was. Potjandrie, dan heb ik nog bijna 5 jaar om dat te verwezenlijken. Tot die tijd zal ik moeten leven in een wereld die bestaat uit keepers die ondanks een 10-1 nederlaag vinden dat ze prima gekeept hebben, spelers die met moeite een bal recht vooruit kunnen spelen, maar dit wel doen op de nieuwste fluoriserende voetbalschoenen (hetgeen voor veel tegenstanders een vrijbrief is om deze spelers op kniehoogte een fijne middag toe te wensen) en selecties die tijdens een uitwedstrijd op een gure zaterdagmiddag in november bestaan uit elf man, maar tijdens thuiswedstrijden in april met een opkomend lentezonnetje als decor, gewoon weer bestaat uit achtendertig personen. Die ook alle achtendertig willen spelen die middag.

Wij als spelers uit de diepe krochten van het amateurvoetbal worden door het talentvolle gedeelte van voetbalminded Nederland toch een beetje gezien als de Sienekes van het Songfestival, de tijgerprintjes uit het modebeeld en de wokrestaurants uit het culinaire landschap. Kortom, ze nemen ons niet helemaal serieus.

Gelukkig nemen wij ze dat andersom ook niet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten