zaterdag 25 juli 2015

Wielertuig

Toen ik als klein Nickje naar het WK keek, ging ik na de wedstrijden met een tango onder mijn arm naar het nabijgelegen trapveldje om de doelpunten te imiteren. Nu ben ik die fase inmiddels ontgroeid, maar voor wielerfans geldt dat blijkbaar niet. Wanneer de Tour van start gaat schieten de treintjes met dertigers en veertigers die je om de oren zoeven als paddenstoelen uit de grond. Doodsangsten sta ik uit wanneer ik op mijn kekke -maar totaal oncomfortabele, hipster fiets ingehaald word door een stoet kerels met geschoren benen. Als je een beetje geluk hebt dan roepen ze ‘fietser’, want vanwege de aerodynamica ontbreekt er meestal een bel op deze testosteron tweewielers. De tourtochtrijders zijn voor hun sport, wat de hooligans zijn voor het voetbal, de Grieken voor de EU en Kane voor de muziekindustrie. Het zou hetzelfde zijn wanneer ik met drie vrienden besluit om een potje te gaan voetballen midden op de A28, dan weet je ook dat de kans op ongelukken vrij groot is.

Als u dacht dat dit de onderkant van de wielersport was, welnee, het kan nog veel gekker. De grootste malloten zijn de mensen die tijdens een etappe met de wielrenner meehollen, gelukkig zijn er tegenwoordig mensen die deze randfiguren pootje haken, een meer dan terechte straf. Bij thuiskomst zou er eigenlijk iemand vierentwintig uur constant met zo’n figuur mee moeten lopen en bij alles wat hij doet in zijn oor tetteren dat hij harder moet. ‘JA, GOED ZO, PAK DAT WINKELWAGENTJE MAAR, SNELLER, ANDER GANGPAD, DOORLOPEN, HUP, JE KUNT HET, JA KOFFIEMELK, MEER KOFFIEMELK, HARDER, NOG MEER KOFFIEMELK, KOM OP, SLAPJANUS, KOFFIEMELK MOET JE HEBBEN’. Dat zal ze leren.

Het gaat sowieso niet zo heel lekker met het imago van deze sport, na elke editie van de Tour lijkt de lijst met deelnemers vanwege dopinggevallen qua doorgestreepte namen nog het meest op een winnend bingoformulier. Het is dan ook een publiek geheim dat er in de Ronde van Frankrijk meer dope wordt omgezet dan op jaarbasis in het Amsterdamse uitgaanscircuit. Daarnaast begint het een trend te worden dat renners een jaar of tien na hun carrière met krokodillentranen en een pruillipje in een landelijk tv-programma verkondigen dat óók hij heeft gesnoept uit de pot met verboden middelen, ‘maar dat ze het allemaal deden’. Ja ja, dat probeerde ik vroeger ook als argument te gebruiken als ik weer eens door mijn moeder werd betrapt tijdens het fikkie stoken: ‘Maar er waren er nog veel meer die meededen’. Denkt u dat ik door deze zin ooit gratie kreeg tijdens het huisarrestproces? Ik weet wel zeker van niet.

Is er dan, buiten het dopingverhaal, helemaal niks positiefs over het wielrennen te melden? Jawel, de rondemissen, die zijn hartstikke leuk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten