vrijdag 19 februari 2016

Huilen

Volgens Jacques Herb mag een man niet huilen. Jacques Herb, de man die vervolgens alleen maar liedjes zong over liefdesverdriet. Was dan gewoon even in een hoekje gaan zitten, Jacques, even flink uithuilen en weer doorgaan. Je had ons hiermee een vracht tijd kunnen besparen doordat we niet hoefden te luisteren naar die semi tranentrekkende muzikale escapades van je. Kostbare minuten, misschien zelfs wel uren, zijn er hiermee weggegooid. Marco Borsato, als je meeleest, dit geldt eveneens voor jou.


Een man, lieve mensen, mag best huilen. Dat is mannelijk. Mannen die zeggen dat mannen niet mogen huilen, zijn geen mannen. Dat zijn gevoelloze horken met een baksteen op de plek waar normaal hun hart hoort te zitten. Lopende balen stro van een meter tachtig, met ergens halverwege een iets te kleine penis. Want, mannen, huil. Huil wanneer je vriendin er vandoor gaat met een ander, huil wanneer je een kut dag hebt gehad op je werk, huil wanneer je tot je eigen verbijstering op zondagochtend wakker wordt op een politiebureau, huil wanneer je met iets kampioen bent geworden, huil wanneer je iets dierbaars bent verloren, huil wanneer je vader wordt, of huil wanneer je schoonmoeder haar verjaardag viert op dezelfde avond als de finale van de Champions League.


Huilen is een emotie. Net als lachen, dat is ook een emotie. Lachen is goedgekeurd, huilen komt nog niet helemaal door de mannelijke ballotagecommissie. En dat moet anders, huilen lucht op. Wanneer je iets dwars zit, lach, of huil. Fake het desnoods, tijdens het snijden van een ui. Of ik zelf wel eens huil? Zeker. Ik kan ontroerd raken van muziek, of een goed boek. Of van vrouwen, vrouwen doen het altijd goed. Tekenfilms uit mijn kindertijd zijn ook een weak spot, je hoeft me alleen de foto van Bambi of van Mufasa uit the Lion King te laten zien, en de tranen biggelen mij over de wangen. Zodra ik in mijn gedachten terug ga naar Johannesburg 2010, Robben vs Casillas, dan krijg ik kippenvel over m’n hele lichaam en moet ik flink slikken. Uit traantechnisch opzicht lees ik het niet meer, maar de kans is vrij groot dat ik bij opnieuw - zesde keer - het einde van ‘Komt een vrouw bij de dokter’ aankom, Nickje wederom een traan moet laten. Zelfbenoemde stoere mannen zullen me uitlachen, het zal. Huil en gij zult overwinnen.

Dus, lieve Feyenoorders, wanneer jullie clubje dit weekend voor de achtste keer op rij heeft verloren, loop naar de keuken, pak een ui, en huil. Het mag.

zondag 7 februari 2016

American Football is het lokale fierljeppen

Vannacht is de finale van de Super Bowl. Kent u dat, de Super Bowl? Niet te verwarren met de vruchtenbowl, die elke willekeurige oma tijdens de feestdagen op tafel tovert. Super Bowl is de Amerikaanse variant op de Champions League, maar dan met mannen in beschermende kleding en ze mogen de bal ook nog in hun handen pakken, anders kunnen ze niet winnen. Het doel is ook veeeeeel groter dan bij het gewone voetbal, en er staat ook geen keeper in, anders kunnen ze niet winnen. Amerikanen doen altijd een beetje arrogant tegenover andere landen.  


Want, ja, dat zijn ze, arrogant. En eerlijk, de BigMac, daar mogen ze best trots op zijn. Ere wie ere toekomt, maar qua sporten zijn ze net een tikkie te arrogant. Ze willen iedereen doen geloven dat ze het beste sportland ter wereld zijn. Terwijl dat eigenlijk best meevalt. Ze zijn vooral heel goed in sporten die verder niemand serieus neemt, óf die ze zelf hebben uitgevonden. American Football is hier dus een prima voorbeeld van. Gewoon nergens in kunnen uitblinken, en dan maar een eigen sport uitvinden. Knap. American Football is het Fierljeppen van de VS. En ja, er zijn best wat Amerikaanse sporters die het wel aardig deden. Michael Jordan, Tiger Woods, de gezusters Williams, allemaal prima. Lance Armstrong zou hier ook tussen gepast hebben, maar die gozer heeft intussen zoveel uit de doping pot gesnoept, die geeft ondertussen licht in het donker. Een fietsend fluorescerend breekstaafje.


Amerika is namelijk een van de meest geschifte landen van de wereld. Het is een beetje stuivertje wisselen met Noord-Korea, welk land het meest gestoord is. Dat is ook de reden waarom er altijd spanningen heersen tussen Amerika en Noord-Korea, ze lijken te veel op elkaar. Je moet beide landen zien als twee kinderen op de achterbank van een auto tijdens de lange rit over de route du Soleil, met als eindbestemming de Spaanse Costa’s. En om zich te vermaken is er maar één discman/Ipad/Ipod aan boord. De kans dat de een, de ander met een discman/Ipad/Ipod de hersenpan in gaat slaan, is zeer frequent aanwezig. Alleen dreigen deze landen elkaar niet met MP3 spelers om zeep te helpen, maar met nucleaire meuk zoals atoomraketten en waterstofbommen. En dat zijn dus onzinnige dingen, want op kernwapens kun je geen MP3’s afspelen.


Voor een land dat bekend staat om haar westerse beschaving, is Amerika vreselijk conservatief. Op het preutse af. Elke blote tepel die toevallig op Instagram of Facebook tevoorschijn komt, wordt verwijderd. Het homohuwelijk is nog heel lastig, maar je kunt overal wel heel simpel aan een wapen komen om een bloedbad aan te richten. Eigenlijk is Amerika een uit de kluiten gewassen versie van Staphorst. Maar dan met meer arrogantie.

En met Donald Trump als lokale Kim Jong-Un.

dinsdag 2 februari 2016

Mooiste concert ooit

De groten der aarde, ik heb er veel van gezien. De Bruce Springsteentjes, Bryan Adamtjes, the Killertjes, Nick & Simontjes, Koos Albertjes en alles wat daar tussen zit, ze konden/kunnen rekenen op een bezoek van de ondergewaardeerde popjournalist die in mij schuil gaat. Het stomme (of mooie) van muziek is dat het je persoonlijk kan raken, op deze manier kan een optreden van Henk Wijngaard op de braderie van Sint Annaparochie meer indruk op je maken dan een concert van Adele in de ArenA.

Voor mijn beste/mooiste concert ooit had ik kunnen kiezen tussen Guns ‘N’ Roses in het goffertpark te Nijmegen met een band in, jawel, originele bezetting of voor the Black Keys in een stijf uitverkochte Ziggo Dome. Had gekund, qua namen zijn het wel pareltjes. Ik kies, u verwacht het niet, voor iets totaal anders. Jovink. ‘Ach nee Nick, niet weer Jovink’. Jawel, in een mensenleven kunt u nou eenmaal nooit te veel Jovink proppen.
Het mooie van Jovink is, ze treden niet zo vaak meer op. Daarom blijft het tegenwoordig ook speciaal om ze weer eens te zien. Als een soort dure Franse wijn die haar glans verliest wanneer je er elke week van drinkt, of om in Jovink termen te spreken, een exclusieve pot bier uit Groenlo verpakt in een knallende beugelfles.

Het was op een snikhete middag in 2015. Om mij heen liepen mensen. Heel veel mensen. Mensen op klompen, mensen op slippers, mensen op gympen, mensen op blote voeten en mensen die zelf niet meer wisten dat ze op dat moment ergens liepen. Ik stond in de rij te wachten voor een tentje waar, hooguit, 100/150 mensen in passen. Als die er überhaupt al in konden. Het optreden stond gepland om 18:15, maar besloot dat wanneer ik zeker wou zijn van een plekje, er veel eerder moest staan. Dus, daar stond Nickje om half vijf, gewapend met traytje van zes bier in de bloedhitte te wachten in een rij voor plaats van handeling: Café Harder op de Zwarte Cross. Er gold een regime van “een eruit, een er in”, een half uur en het traytje met zes lauw geworden biertjes in mijn mik verder mocht ik naar binnen. Het was net of je een sauna binnenstapte, en alsof dat nog niet erg genoeg was, speelde er ook nog een onbeduidend heavy metal bandje de haringen uit de grond alsof hun leven er van af hing.

Ik moest dus nog zeker 75 minuten wachten totdat de neefjes van Tante Rikie hun gitaren zouden aanslingeren. En hoe kun je in een kokendhete tent waarin een barretje gevestigd zit, nu beter de tijd doden dan aan datzelfde barretje? Niet hè, nee, vond ik ook niet.
Precies 18 minuten over 18:00 trapte de mannen van Jovink af met, hoe kan het ook anders: ‘Jovink Rot Op’. Nee, zelfspot is deze knasterds uut Hummelo en omgeving niet vreemd. Het werd voor een *Voederbietel als mij een feest der herkenning, alle hits kwamen voorbij. En dat op een afstand van nog geen halve meter van het podium, ik kon Hendrik-Jan Bökkers bijna ten huwelijk vragen en het zweet van Gijs Jolink opslurpen. Hetgeen ik dan ook gulzig tot mij genomen heb. Ik durf wel te stellen dat dit bier drinkende, pogoënde en meebrullende uur een van de mooiste muzikale uren uit mijn leven was. En weet je wat het mooie is?  

Dit jaar ga ik weer.

*Voederbietels: Voederbietels zijn de fans van Jovink. Een soort Beliebers, maar dan gezellig en bier drinkend. Of zoals de mannen van Jovink het zelf zeggen, ‘Zonder Voederbietels, géén Jovink. Zonder Jovink, wél Voederbietels’.