zaterdag 31 december 2016

2016

Ik zeg het niet snel, maar hé, 2016 was nou niet bepaald het jaar waar we het over vijfendertig jaar onder het genot van goeie gazeuse nog even over gaan hebben.

Of nou ja, misschien ook wel. Dat we tijdens diezelfde borrel eerst 2017 nog even gaan overdenken, en dan zeggen: “Goh, dat Donald Trump als President van Amerika werd afgezet door Bertie uit Boer Zoekt Vrouw, dat zag toch ook eigenlijk niemand aankomen hè”. Of, dat we in 2017 IS lieten zwijgen. Niet verslaan, verslaan is het bloedvergieten van onschuldige kinderen die een Syrische vorm van hinkstapsprong spelen. Dat kan nooit de vijand zijn. De vijand is degene die vijandigheden overbrengt op andere mensen. IS moeten we laten zwijgen. Het liefst met rode rozen. Of desnoods met muziekfragmenten van Kane. Maar het zal ons lukken. Het moet. Ik geloof in de goedheid van de mens. En ja, ik heb ook wel eens met opzet door een plas gereden voor een bushalte. En eerlijk? Ik heb drie minuten daarna hetzelfde rondje nóg eens gereden.

En u moet mij geloven wanneer ik zeg dat ik veel rondjes rij. Of fiets. Of loop. Maar mijn ronde kent uiteindelijk altijd hetzelfde einde, mijn huis. Dit jaar werden er te vaak rondjes in vrachtwagens gereden door mensen die als bestemming een ander einde hadden. Dat van zichzelf. En van onschuldige mensen. En daar daar heb ik een zwak voor. Onschuldige mensen. Het zijn de mensen die naast u en ik de straat wonen, voor ons in de rij van de supermarkt staan, en sterker nog: het zijn de mensen waarvan andere mensen denken dat het u en ik zijn. Dat was voor mij vooral 2016. Dat u en ik zomaar in het journaal genoemd konden worden.

Alhoewel, het was qua journaal redelijk druk dit jaar. Ik kan me geen jaar herinneren dat er zoveel prominenten verloren zijn gegaan. En echt, ik kan begrijpen dat het overlijden van een dierbare u meer aan het hart gaat dan het heengaan van David Bowie, Koen Everink, Muhammad Ali, Mieke Telkamp, Prince, Joop Braakhekke of Johan. Inderdaad, Johan. Johan behoeft geen achternaam. Johan is, ja, Johan. En ja, ik snap best dat uw buurvrouw een goede groentesoep in huis had. Maar, kon ze de sleep van Johan? Ik durf niet uit te sluiten dat Johan zelfs een betere groentesoep op tafel zou kunnen toveren. Want zo was Johan. Ook dat was voor mij 2016. Johan, het heengaan van een goede bekende. Die ik nooit heb mogen ontmoeten.

2016, het jaar waarin oude sterren het leven lieten, maar nieuwe legendes geboren werden.

woensdag 14 december 2016

Adopteer mij

Ik wil graag iets met jullie delen, iets waar ik al een tijdje mee worstel: ik heb een zwak voor zielige dieren filmpjes. U weet, de reclamespotjes die ze altijd net even uitzenden terwijl u met het hele gezin naar de beeldbuis loopt te gapen. En daar is mijn hele gezin dus ook vatbaar voor. En ja, ik weet wel dat mijn hele gezin in de Langestraat inhoudt dat ik alleen voor de televisie zit, maar daar gaat het nu niet om. Ik ben vatbaar voor zulke filmpjes.

En ik kan het niet helpen, zwerfhonden in Roemenië, naaktslakken die niet aan een restaurant kunnen komen in Frankrijk, uitgebuite Ezels in Dordrecht of verwaarloosde katten in Taiwan: ik vind ze allemaal even zielig. En ik wil ze allemaal in huis halen. Dat klinkt heftig, maar tot voor kort volgde ik op Twitter & Facebook óók nog eens alle asielen in de buurt, hierdoor was ik in staat om 71 honden, 58 katten, 33 hamsters en één zeeleeuw te adopteren. Dat leek me toch niet zo heel erg handig. Vooral kat technisch niet, want katten gaan de wereld overnemen. Voor de goede orde, katten en Nick, het is een prima combinatie. Maar uiteindelijk gaan de katten meer schade aan onze planeet aanrichten dan Donald Trump, Kim Jong-un en Vladimir Poetin samen.

Want dat gaat er straks gebeuren. Als ik over vijf jaar een zielig en alleenstaand mannelijk kattenvrouwtje ben, dan zit ik opgescheept met 49 katten die denken de wereldheerschappij over te kunnen nemen. Nick zit dan heel alleen in het hoekje van de kamer, waar hij mag slapen en de rest van de dag mag doorbrengen. Omdat de katten mijn bank, stoelen, tv-meubel en boxspring hebben toegeëigend als hun eigendom. Het enige wat ik nog van ze mag, is ze bij toebeurten aaien. Om vervolgens mijn handen kapot te laten krabben. Ja, mijn toekomstperspectief is dat ik een krabpaal met hartslag ga worden.

Dan rest mij tegen die tijd niks anders om van mezelf een zielig filmpje op te nemen, waarin ik jullie met van die hangogen en een trillend pruillipje ga vragen om mij alsjeblieft te adopteren.

zondag 4 december 2016

Het mysterie van Sinterklaas

“Ik geloof niet in Sinterklaas, maar ik denk wel dat er iets is”. Het waren deze woorden die op de vroege vooravond van 5 december 1993 werden gesproken door Nick Hoekman, die zich binnen niet afzienbare tijd door dit stukje vakwerk mag laten kronen tot Nobelprijswinnaar in de categorie filosofie. Hoekman - destijds acht jaren, had zojuist het mysterie van de zwarte pepernoot gooiende hand overleefd. Over deze mysterieuze hand, die mij na al die jaren nog steeds in de greep heeft, later meer. En mocht u trouwens denken: “Hoi Nick, maar er bestaat helemaal geen Nobelprijs voor de filosofie”. Klopt, die gaan ze speciaal voor mij in het leven roepen.

Het waren mooie tijden, je kon destijds nog gewoon je liefde voor het Sinterklaasfeest hardop uitspreken. Als je nu zegt dat Sinterklaas en Zwarte Piet bij je op bezoek komen, kijken de mensen je aan alsof je zojuist een laffe roofmoord op een bejaard echtpaar hebt bekent. En de liefde tussen het Sinterklaasfeest en mijn persoontje was toen groot. Ik hartje Sinterklaas en stiekem nog net iets meer Zwarte Piet. De avond voor pakjesavond sliep ik standaard slecht tot niet. En - even tussen ons, ik ging tijdens deze nacht altijd even stiekem uit het raam loeren of ik de goedheiligman en zijn knecht toevallig nog aan het werk zag. Pas jaren later begreep ik waarom dit dus nooit het geval was.

Mijn verlanglijstjes waren toen ook vrij simpel. Of een Ajax shirt, of een Ajax pyjama, of een Ajax dekbedovertrek. Tegenwoordig zou ik liever Chantal Janzen in mijn schoen aantreffen op pakjesavond. En dan vooral met de wens of Chantal de term ‘pakjesavond’ heel serieus zou willen nemen. Maar mocht ik Chantal alleen in een Ajax pyjama kindermaatje aantreffen in mijn schoen, dan ben ik echt de laatste die je daar over zult horen klagen. Voordat ik vroeger mijn cadeautjes kon uitpakken, vond er altijd een voor tere kinderzieltjes nogal mysterieuze en spannende gebeurtenis plaats. Terwijl wij in de kamer voor de kachel van Oma Hoekman onze koortsachtig ingestudeerde Sinterklaasliedjes ten gehore brachten, ging het licht in de gang plotseling uit. Dat konden wij precies zien door het glas wat in de deur zat die de woonkamer en entree-gang van elkaar scheiden. Het sein voor ons als kinderen om acuut in de stressmodus te schieten. Want wij wisten: gaat het licht in de gang uit, dan staat er iets te gebeuren. Een vijftal seconden later krijgen wij een hartverzakking als na een luid gebons op op diezelfde deur een zwarte handschoen een vracht pepernoten de kamer in smijt.

Het mysterie wat er als kind door mijn hoofd spookte: van wie was die hand? En waarom is mijn Ome Johan elk jaar op 5 december toevallig op het toilet wanneer het licht in de gang dimt? Zijn het op zichzelf staande feiten? Of is hier meer aan de hand? Op een dag trok ik als een ware Yung Peter R de Vries mijn stoute schoenen aan, om deze feiten aan mijn oom voor te leggen. Hij ontkende uiteraard stellig hier iets mee te maken te hebben. Zijn verweer?

Volgens hem was het een vreemdeling zeker, die verdwaald was zeker. En hij zou de volgende keer eens vragen naar zijn naam.