maandag 14 augustus 2017

Nickje en de jacht op het verjaardagscadeau

De nacht van twaalf op dertien augustus, 1993.


Nah, ze leggen de sinterklaascadeautjes hier toch ook altijd neer? Uiterst voorzichtig kruip ik over de zolder, onderweg stoot ik zowel mijn linker voet als mijn rechterknie aan een stoel die al zo lang ik het me kan herinneren staat te verstoffen op de hoogste etage van ons huis. Zo’n stoel waarvan m’n moeder het zonde vindt om het weg te gooien, maar in de woonkamer is er ook geen plek meer voor. En ik weet precies waar deze stoel ook staat, want in de vakanties is het mijn troon, de troon van ‘Paleis Nick’, (Paleis Nick is een hut, gemaakt van dekens die over de waslijn op zolder zijn gegooid, in het midden staat de verbannen woonkamerstoel waarop ik in de vakanties Donald Ducks lees met behulp van een zaklamp. Als het onweert ga ik er ook stiekem heen, niet doorvertellen aan m’n ouders) Normaal zie ik de stoel ook, want dan heb ik het licht op zolder aan. Nu niet. Als ik het licht aan zou doen, weten m’n ouders meteen dat ik op zolder aan het rondsnuffelen ben. En dat is niet de bedoeling.


Nee, dat is totaal niet de bedoeling. Ik ben op jacht, op een verkenningsmissie. Hoeveel leed kun je een kind aandoen, door de cadeautjes voor iemands verjaardag al in huis te hebben en vervolgens te verstoppen op zolder? Daarom kruip ik nu in het pikkedonker over de ietwat stoffige vloer van de zolder. En hoewel mijn moeder altijd zegt dat er geen enge monsters bestaan, ben ik er hier in het duister van de nacht op zolder niet helemaal meer zeker van. Dat het volle maan en stormachtig is, helpt ook niet echt mee. Voor de zekerheid heb ik m’n Bert & Ernie knuffels meegenomen, just in case.


Als een volleerde James Bond kruip en rol ik over dozen en kisten, op zoek naar iets met inpakpapier. Ik heb het vermoeden dat m’n ouders afweten van m’n nachtelijke avonturen rond veertien augustus, want ze hebben het dit jaar wel heul goed verstopt. Of ze hebben geen cadeautjes voor hun enige - en daarmee ook meteen knapste, zoon in huis gehaald. Kan ook. Net op het moment dat ik mijn Bert & Ernie knuffels in de ring wou gooien, zie ik door het licht van de volle maan vanuit mijn ooghoeken een voor mij vreemd object, gecamoufleerd met een van dekens van mijn paleis. Wat is dit? Dit staat er normaal nooit. In mijn enthousiasme ren ik naar mijn vermoedelijke verjaardagscadeau, onderweg stap ik op een verdwaalde Baby Born pop van m’n zusje. U weet wel, zo’n apparaat wat ook nog eens een bak lawaai produceert zodra je het aanraakt. En dat deed het dus. Nooit geweten dat een Baby Born pop zoveel herrie kon maken. Uit een reflex smijt ik het stuk kinderspeelgoed van me af, met een doffe klap komt het terecht tussen de fotoboeken van m’n ouders trouwerij.


Mijn vermoeden is bevestigd: Nick Hoekman heeft ook dit jaar weer voortijdig zijn verjaardagscadeau gevonden. Met militaire precisie peuter ik aan de de vouwnaden van het inpakpapier het plakband los, hierdoor kom ik te weten dat er voor dit jaar een drumstel op mijn verjaardag gepland staat. Wat een toeval, dat stond ook bovenaan op mijn lijstje.
Heel voorzichtig plak ik het pakket weer dicht, het extra rolletje plakband wat ik voor de zekerheid mee had genomen, was niet nodig. Samen met Bert & Ernie kruip ik voldaan in bed, om alvast te dromen over een concert in Sesamstraat: Bert op gitaar, Nick op drums, Ernie op keyboard en Pino is de zanger.


Veertien augustus, 1993.


“Lang zal hij leven in de gloria”, m’n ouders en zusje komen al zingend de slaapkamer binnengelopen. Leuk, dat gezang, maar het is nu vooral tijd om het pakpapier van mijn drumstel af te scheuren. Ik ren de trap af, loop de kamer in, en daar staat het vierkante gevaarte. Vluchtig check ik nog snel of ik tijdens mijn nachtelijke avontuur geen sporen heb achtergelaten op het cadeau, maar ik kan niks noemenswaardig ontdekken.


“Nou Nick, wat zou daar nou inzetten hè”


Ik lach bescheiden en kijk vragend naar m’n moeder, die begrijpt wat ik bedoel, knikt en zegt “Toe maar”.


Als een piranha die een kip aan het verslinden is, daar moet het op geleken hebben.


“En Nick, wat vind je er van?”

Wauw, een drumstel. Dat had ik echt niet verwacht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten