woensdag 28 oktober 2015

Een dagje Eindhoven

Als schrijver (ja, sorry, iedereen die iets schrijft is blijkbaar schrijver) mag je één keer in je literaire leven de ‘koningslied kaart’ trekken en hiermee dat ene befaamde zinnetje gebruiken. Een keer slechts, daarna niet meer. Dus, ik ga hem vandaag even inzetten.


Nou, dat was hem dan: de verliespartij waarvan je wist die zou komen. Zes tegen nul. Geen schande natuurlijk, maar verliezen is nooit leuk. Ook niet van de - op papier - beste club van Nederland. Er werd mij in de dagen voor de wedstrijd en op de dag zelf gevraagd of ik zenuwachtig was. Nee, natuurlijk niet. Daarvoor is het verschil te groot. Nou ja, ik was wel heel even zenuwachtig. Toen we aan het begin van de middag voor de poorten van het Philips Stadion de bus uitstapten, knalde er een auto met opgeschoten lokale *swekkers voorbij die ons meteen al uitmaakten voor ‘KANKER JODEN’. Wat zijn ze ook zo lekker gemoedelijk hè, die Brabanders. Toen dacht ik heel even: oké, wat een mafkezen, zou het hele centrum toevallig vol zitten met deze herfstvakantievierende VMBO’ers? Nou, er liepen er een paar. Verder was het uitgestorven op Stratumseind. Op een honderdvijftig/tweehonderd Gaellemunigers na die serenades brachten aan burgervader Eddy Bilder - lovend -, langslopend vrouwelijk schoon - ook lovend, soms iets minder flatteus - en natuurlijk onze lokale voetbaltrots. Boys will be boys hè, dat zal ook nooit veranderen vrees ik. En hoop ik.


Hoop ik, omdat ik werkelijk heb staan genieten van een paar kereltjes onder in het uitvak. Deze knaapjes waren hooguit een jaar of 7/8/9/10, maar liepen bij elk spannend moment van de wedstrijd op de wand van het plexiglas te rossen alsof hun leven er van af hing. Ja, zulke dingen vind ik dan mooi, een nieuwe generatie ‘S-side’ - wat een kut woord trouwens - supporters in aantocht. Na de nederlaag liep ik ze af, de achtentwintigduizend treden om op de omloop te komen, mezelf beseffende dat het ondanks de nederlaag toch een prachtige prestatie is geweest. Terwijl ik me als melkvee het stadion liet uitdrijven, stuitte ik op een pracht dialoog tussen twee vriendjes:

- Hé, kijk, er ligt een PSV sjaal op de grond
- Laat maar liggen, wie wil dat nu hebben?
- Ja, inderdaad, daarom ligt het ook op de grond
- PSV is een stomme club
- Ja, Genemuiden is veel leuker


Toen ik dit hoorde kon ik niks anders dan glimlachen. Het glimlachen ging daarna over in schaterlachen toen we doorkregen dat de halve binnenstad van Eindhoven werd afgezet door agenten. Voor wie? Negentien bussen met supporters uit Genemuiden die onder politiebegeleiding de stad werden uitgereden, voor heel even voelde ik me een ‘ekte ekte’,


Maar vooral een trotse Gaellemuniger. Een *ekte.


*Swegger: wezens die vooral uitblinken door hun foute kledingkeuze en lage IQ. U weet wel, trainingspakken, petjes, glimmende jasjes met bontkragen en nektasjes. De nozems van de eenentwintigste eeuw.

*Ekte. De ekte, of ekte ekte, is een synoniem voor iemand die bij een ‘harde kern’ zit, of dat denkt. Meestal spottend bedoelt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten